"Ik vind het belangrijk om de persoonlijke verhalen te vertellen van de mensen die achter de schermen van de mode-industrie werken."
Interview met Aya Noël
Maak kennis met Aya Noël, curator, modejournaliste en de drijvende kracht achter de tentoonstelling 40+ Years of STIJL. Aya Noël is een belangrijke figuur in de Brusselse modewereld. Als curator en expert in modegeschiedenis werkt ze momenteel aan een bijzondere retrospectieve tentoonstelling ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van de legendarische modewinkel STIJL. Aya Noël is de dochter van Sonja Noël, die STIJL in 1985 oprichtte. De tentoonstelling is een eerbetoon aan vier decennia van baanbrekende mode en biedt een unieke blik op de evolutie van een winkel die altijd trouw bleef aan haar visie en haar ontwerpers steunde vanaf het allereerste begin.
Met de tentoonstelling wil Aya de verhalen achter de kledingstukken, de ontwerpers en de winkel zelf tot leven brengen, terwijl ze het publiek uitnodigt om na te denken over de kracht van samenwerking, creativiteit en het belang van trouw blijven aan je visie, zelfs in een uitdagende mode-industrie. 40+ Years of STIJL is te zien van 18 april 2025 tot 11 januari 2026 in het Mode en Kant Museum in Brussel. Maak kennis met Aya Noël en ontdek hoe mode kan verbinden, inspireren en de tijd trotseren.
Kan je jezelf even voorstellen?
"Mijn naam is Aya Noël. Ik ben curator en heb onder andere meegewerkt aan de tentoonstelling United Fashion over mode en duurzaamheid die in 2020 plaatsvond bij MAD Brussels. Daarnaast ben ik de dochter van Sonja Noël, de oprichtster van de modewinkel STIJL. Op dit moment werk ik met veel plezier aan een retrospectieve tentoonstelling over de winkel, ter ere van het 40-jarig jubileum. Het is een grote eer dat het Mode en Kant Museum ons heeft gevraagd om dit te realiseren."
Waren er specifieke stukken of verhalen die je wilde delen in de tentoonstelling 40+ Years of STIJL ?
"De selectie van de stukken was een hele uitdaging, omdat we slechts ruimte hadden voor ongeveer zestig items. STIJL bestaat al veertig jaar, wat neerkomt op tachtig seizoenen met minstens tien collecties per seizoen. We zijn begonnen met een overzicht van de ontwerpers die het meest belangrijk zijn geweest in de geschiedenis van STIJL. Vervolgens hebben we gekeken naar de stukken die het meest representatief zijn voor hun werk, om zo een compleet beeld van de evolutie van de winkel te kunnen schetsen. Een bijzonder stuk dat we graag wilden laten zien, is een wollen mantel uit 1984 van het Zwitserse merk A Propos. Deze jas werd gebruikt in de eerste promotie-campagne van STIJL. Het leuke is dat mijn moeder zich herinnerde dat ze de jas aan iemand genaamd Bea had verkocht. We hebben Bea opgespoord en zij had de jas nog! We hebben hem gerestaureerd en het is nu het eerste stuk dat je ziet bij binnenkomst van de tentoonstelling. "
Wat is de belangrijkste les die je van je moeder Sonja Noël hebt geleerd?
"De belangrijkste les die ik van mijn moeder heb geleerd, is om volledig achter je keuzes te staan. Ze neemt een beslissing en gaat er dan volledig voor. Ze steunt ontwerpers vanaf hun eerste collectie en kijkt altijd naar het verhaal en de inspiratie achter een collectie, in plaats van alleen naar de commerciële haalbaarheid. Ze is niet bang om kritisch te zijn, maar blijft altijd loyaal."
Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen voor Belgische ontwerpers en merken op dit moment?
"De grootste uitdaging is de enorme hoeveelheid informatie, de 'noise', die op potentiële klanten afkomt. Grote luxemerken domineren de markt, waardoor het voor jonge, onafhankelijke ontwerpers moeilijk is om op te vallen. Het is lastig om door al die noise heen te breken en de consument te bereiken."
Hoe zie jij de dynamiek tussen Antwerpen en Brussel als modecentra?
"Antwerpen heeft een gevestigd internationaal imago als modestad, vooral dankzij de Antwerp Six. Brussel is bezig met het ontwikkelen van een eigen, unieke mode-identiteit, met meer ruimte voor experimentele profielen die buiten de traditionele kaders vallen. Brussel biedt een platform voor alternatieve benaderingen en parcours."
Welke verhalen vind je het belangrijkst om te vertellen als modejournalist?
"Ik vind het belangrijk om de persoonlijke verhalen te vertellen van de mensen die achter de schermen van de mode-industrie werken, zoals de verkoopsters en verkopers in de winkel. Hun ervaringen, hun moeilijkheden en hun passie voor hun werk zijn vaak onderbelicht. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in de emotionele band die klanten hebben met kledingstukken: welke herinneringen roepen ze op, wat maakt ze zo speciaal?"
Wat is jouw favoriete plek in België om mode-inspiratie op te doen?
"Onlangs ben ik begonnen met paaldanslessen in Jezebel Studio, een nieuwe queer dansschool in Brussel. De mensen die daar komen, hebben een geweldige stijl: een mix van comfortabel, sexy en uitdagend. Daarnaast blijf ik graag het Modemuseum Hasselt bezoeken, dat altijd verrassende tentoonstellingen heeft en ontwerpers toont die ik nog niet ken."
Wat hoop je dat bezoekers meenemen uit deze tentoonstelling?
"Ik hoop dat de tentoonstelling bezoekers inspireert en een gevoel van hoop geeft in een tijd waarin de mode-industrie vaak gefrustreerd is. Ik wil de samenwerkingsgeest en de drang om te experimenteren die er vroeger was, laten zien. Ik hoop dat mensen zin krijgen om zelf iets te ondernemen en elkaar te steunen."
